Tagarchief: Zeeuws-Vlaanderen

Expositie VI

Hengstdijk | 2007, 1 tot en met 31 juli

Toen de organisatoren van deze expositie mijn werk hadden gezien in Heikant, hadden ze gevraagd of ik mijn werk ook wilde laten zien in de Hengstdijkse Catharinakerk. Daar werd in de maand juli de Kunstmaand gehouden. Samen met mij waren er vele andere kunstenaars die in deze maand ook hun werk aan het publiek lieten zien.

De buitenkant van de Catharinakerk.

Expositie II

Hulst |  2004, 13 tot en met 27 september

Het kleine zaaltje in het ’s Landshuis te Hulst, Zeeuws-Vlaanderen werd beschikbaar gesteld om te exposeren. Vanwege het succes in Heikant had ik ervoor gekozen om de tekening van Erikstad I nogmaals aan het publiek te laten zien.

De buitenkant van het ’s Landshuis.

 

Expositie I

Heikant | 2004, 4 juni

Mijn eerste expositie werd gehouden in de Theresiakerk in Heikant, Zeeuws-Vlaanderen. Deze vond plaats tijdens de Stuikerfeesten. Vele andere kunstenaars werden tegelijkertijd ook in de gelegenheid gesteld om hun werk aan het publiek te tonen.

Theresiakerk

Ik kan het niet laten om hierover ook een stukje te schrijven. Deze kerk, gebouwd in het jaar 1931, heb ik altijd enorm indrukwekkend gevonden. Van kleins af aan ging ik met plezier naar de kerk, vooral eerlijk gezegd eigenlijk om de steentjes te kunnen tellen en dat te onthouden, om vervolgens op papier kwijt te kunnen hoe indrukwekkend het voor mij was. Een geslaagde tekening van de binnenkant van deze kerk was dan ook het resultaat.

De kerk is gebouwd in zogenaamde Delftse School, naar ontwerp van architect F.B. Sturm. Prachtig interieur, in een naar mijn mening prachtige bouwstijl. Heel mooi kleurgebruik met bakstenen in verschillende bruintinten. Met daarin een mooi regelmaat van kleine zwarte baksteentjes in zo’n prachtig symetrische grote paraboolgewelven, die al op vloerniveau beginnen. De in 3 segmenten verdeelde glas-in-loodramen met zo’n strak, indrukwekkend patroon in zulke mooie, passende kleuren vormen echt een prachtig geheel. De mooie, geschilderde kruiswegstaties en de mooie, eenvoudige muurlantaarns en -kandelaars zijn ook een meerwaarde. Verder maakt de indrukwekkende, krachtige kroonluchter, die door haar eenvoud enorm bij de kerk past, het plaatje compleet. Zo’n kerk blijft altijd eigentijds vind ik. Geweldig.

Het is belangrijk vind ik dat een kerk bij een dorp of stad past, dit is in Heikant dan ook helemaal het geval. De kerk past perfect bij de rest van het dorp.

Als ik dan zie hoe deze kerk op sommige punten staat te verkommeren vind ik dat erg zonde. Jammer dat het financieel zo moeilijk blijft voor zo’n kerk om in een goede staat van onderhoud te kunnen blijven.

De Theresiakerk.

 

Wegennet

Een belangrijk onderdeel in elke fantasiestad is het wegennet. Dat zou naar mijn mening het visitekaartje moeten zijn van een land,  daar doe je immers toch de eerste indrukken op als je ergens komt.

In Erikstad III kies ik hierbij voor wat ik het beste vind in bestaande wegennetten. Ik neem hierbij voorbeelden uit zowel België als Nederland. Aangezien Erikstad III in een aparte staat ligt, is het voor mij mogelijk hier een vrije invulling aan te geven. En omdat ik in Zeeuws-Vlaanderen woon kan ik goed het beste zien uit de 2 kanten van de grens. Ik moet hier wel bij vermelden dat wij hier in Zeeuws-Vlaanderen toch eerder op België gericht zijn dan op Nederland. Zeeuws-Vlaanderen wordt toch wel gezien als een landje apart, en dat probeer ik denk ik toch ook wel in mijn fantasiesteden te verwerken. Bovendien ligt Antwerpen hier om de hoek en deze stad is dan ook een grote inspiratiebron voor me, altijd weer opnieuw.

Wat ik van Nederland overneem is de regelgeving van de maximumsnelheden van 50, 60, 70, 80, 100 en 120 km/h. Er komt dan in mijn fantasiesteden ook een onderscheid tussen stedelijke hoofdwegen (minimaal 2 baans), N-wegen (2-baans of 4-baans) en A-wegen (minimaal 4-baans). Uiteraard zijn er ook de gewone straten binnen de bebouwde kom en de polderwegen daaromheen.

Wat ik van België overneem is het systeem van R-wegen. De ringwegen krijgen een R-nummer. Of deze wegen nu half rond een woonplaats liggen of volledig, 2 baans zijn of meer, het maakt me niet uit. Zolang ze maar een ring-functie vervullen vind ik het prima. Wat ik verder zo leuk vind in België zijn de enorme contrasten. Een weg waarbij je bijna uit je auto trilt van het slechte wegdek met af en toe een stukje ‘gerepareerd’ bevatten dan wel weer de stoerste lantaarnpalen die er zijn. Lekker hoog en met een stoer armatuur. Misschien denk je wel, Erik, dat je daarop let! Maar ik kan er echt niks aan doen, hoe het komt weet ik niet, maar het spreekt me gewoon enorm aan.

Wat moet ik hier nog meer over zeggen, ik vind het zo stoer! Uiteraard worden deze een voorbeeld voor de snelweglantaarnpalen in Erikstad III.

Belgische snelweg

Dit is wat ik bedoel, bijvoorbeeld de A11 bij Antwerpen. De boel wordt stukje bij beetje een beetje opgelapt. Je schokt echt bijna uit je auto en dan wel de stoerste lantaarnpalen erbij, dat contrast… geweldig!

Verder vind ik de borden die aangeven dat er een afrit of een knooppunt komt veel stedelijker overkomen dan in Nederland.

Deze borden geven in België de volgende afrit aan. De geel-wit geblokte rand vind ik ook altijd wel stoer. Dat is een beetje circuit-achtig. Ook het feit dat de tekst in de zwarte rand bovenaan aangeeft dat je op een ring rijdt, in dit geval de R2, vind ik erg stoer. Ook het afritnummer, geel in combinatie met groen, vind ik erg leuk.

Knooppunt Antwerpen-West.

Wat ik in Nederland zo goed vind is de zo gestructureerde manier van indeling van wijken. Verder zijn de vaak vrijliggende fietspaden en de relatief veilige verkeerslichten een voorbeeld voor die in Erikstad III. Elke rijstrook krijgt een apart verkeerslicht, wat we meestal niet kunnen zeggen in België. Levensgevaarlijke kruispunten vind ik het daar. Terwijl een stoplicht er toch echt voor zou moeten zorgen dat een kruispunt veiliger wordt. Als het stoplicht daar op groen springt is het nog flink opletten want er zijn er velen die dan tegelijk groen licht hebben.

Wat in België ook jammer en onveilig is zijn de vaak lange wegen met oneindige lintbebouwing. Zonde. Constant afslaande auto’s. Je waant je eigenlijk constant in een stad terwijl er achter de huizen meestal gewoon open weilanden liggen. Van rondwegen om kleine dorpen heen is in België eigenlijk helaas nooit echt sprake. Hier wil ik echter wel bij vermelden dat de Belgische dorpskernen die ik ken wel veel stedelijker overkomen dan die in Nederland. Vaak echt met hele mooie, stijlvolle appartementsgebouwen en leuke dorpsstraten met meestal een heel hoog voorzieningenniveau.

Ik moet zeggen dat de Belgische wegen, en dan heb ik het niet alleen over de snelwegen, over het algemeen in een slechte conditie zijn. Volgens mij ligt bijna het hele land vol met betonplaatwegen waar sinds de aanleg niks meer aan gedaan is qua onderhoud. Ook de fietspaden, met vaak gevaarlijke oversteekplaatsen, zijn vaak bedroevend slecht en onveilig.

In Nederland zou het systeem van nieuwe wegbelijning wel goed kunnen zijn, maar ik moet zeggen dat ik het een beetje naar het overdrevene toe vind. Ik vind ook dat als je zo’n systeem invoerd, dat het dan ook wel overal moet kloppen.

Als je op een 2-baansweg met een groene streep in het midden rijdt, dan mag je 100 km/h rijden. Maar op een vierbaansweg 100-weg met een vluchtstrook is aan de wegbelijning niks te zien. Dat zou dus net zo goed bijvoorbeeld een 120-weg kunnen zijn.

Wat mij hier in Zeeuws-Vlaanderen opvalt is dat er vaak wegen zijn met een wegbelijning van 60 km/h, dus een onderbroken streep aan de zijkanten en geen middenstreep, waarop je dan toch 80 km/h mag rijden. Vreemd. Dus het systeem klopt niet altijd.

Alles moet dus alsnog worden aangegeven met verkeersborden, wat door een duidelijk systeem van wegbelijning toch juist voorkomen zou moeten worden.

Maar goed, zo is het vast overal wel wat. Ik kan er in ieder geval uithalen wat mij het meeste aanspreekt en vervolgens verwerken in mijn eigen stad.

 

Afbeeldingen

Adelburcht

Over mezelf

De fantasiesteden van Erik d’Hondt

Wat met vluchtige, rommelige krabbeltjes op een A4-tje begon is uitgegroeid tot een grote hobby: het tekenen van fantasiesteden. Dit doe ik met potlood, pen en een geo-driehoek. Ik begin linksboven en eindig rechtsonder en de rest komt vanzelf.

Van kleins af aan zat het tekenen er al in. Hoe het komt weet ik niet maar vooral het tekenen van kerken bleef een favoriete bezigheid. Ik vond een kerk altijd heel erg indrukwekkend overkomen. Het geeft echt een gezicht aan een dorp of stad en dat sprak me erg aan. En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.

Het leuke aan het tekenen van fantasiesteden is dat ik er enorm in kwijt kan wat mij aanspreekt als ik ergens kom in het dagelijkse leven. Het gaat echt om de details waar een ander misschien niet eens naar om zou kijken, maar ik heb het steeds allemaal gezien en ik kan het dan vervolgens verwerken in mijn eigen stad. Dat zult u waarschijnlijk merken als u de ontwikkelingen in mijn blog leest over de tekening waar ik recentelijk aan ben begonnen: Erikstad III.

Zo heb ik al heel wat steden getekend. En ze hebben telkens echt een eigen karakter. Van heel historisch en sfeervol tot wat moderner en strakker. Alles komt aan bod.

Omdat ik merkte dat er bij de mensen wel belangstelling voor was en ik het altijd wel leuk vond om de mensen hun reacties te horen, heb ik een aantal exposities gehouden. Deze hebben allemaal plaatsgevonden in de regio waar ik woon, Zeeuws-Vlaanderen. Het was in de plaatsen Hulst, Heikant en Hengstdijk waar ik geexposeerd heb, en telkens weer was het een succes.

Ook de radio en de tv hebben mijn hobby al opgepikt. Op Omroep Zeeland Radio is er enkele jaren geleden een uitzending over te horen geweest, maar ook op Omroep Zeeland TV kwamen mijn tekeningen aan bod in het programma Beng.

Verder was ik te zien in het programma Bizar en Bijzonder van Veronica TV en De 25… van SBS 6. Maar ook in diverse regionale bladen, zoals BN de Stem, zijn regelmatig artikelen verschenen.

En in 2012 ben ik lid geworden van het Genootschap voor Geofictie.

Reden dus voor een website waarop ik u wil laten meegenieten van mijn werk. Ik wens u veel kijk- en leesplezier toe.